Entries in [NL] (16)

vendredi
mars242017

Sociale spanning brengt vrouwendiscriminatie 1 [NL]

We gaan via de heksenjachten tijdens de overgang van de Middeleeuwen naar de Nieuwe Tijd over naar de vrouwvijandige terreur in de schaduw van de Franse Revolutie van 1789, om met een stop bij de Victoriaanse misogynie te arriveren bij het huidige regressieve conservatisme a la Baudet. 

Heksenangst en uitsluiting van zwakkere bevolkingsgroepen gaan samen met perioden van heftige maatschappelijke veranderingen. Dat hangt samen met de patriarchale ideologie die om duistere redenen sinds ongeveer tienduizend jaren heerst. In het Westen althans. En in het Oosten trouwens ook.

Er bestaat, voorzover ik weet, geen rationele verklaring voor de misogynie die haar intrede deed toen jager-verzamelaars plaatsmaakten voor landbouwers, ongeveer 20.000 jaren geleden. Men spreekt zelfs van een matriarchaat dat tevoren heerste. Vrouwen regelden onderling hoe het dorp reilde en zeilde. De mannengemeenschap ging jagen en oorlog voeren, onderbroken door voorbijgaande connecties met de vrouwen. Men schijnt zich zo duizenden jaren lang gelukkig te hebben gevoeld.

Waarom toch die scheiding man-vrouw? Vrouwen zijn minstens zo productief als mannen, bepaald ook niet dommer en vermoedelijk beter sociaal geëquipeerd dan de gemiddelde man. En sociaal denken en werken is meer dan ooit essentieel in gemeenschappen die het stamverband van enkele tientallen mensen overstijgen. 

De auteur van Sapiens die werkelijk overal wel verklaringen voor weet te vinden, bekent dat ook hij in dit geval er niet uitkomt. Maar iets wat ondergetekende is opgevallen is dit: 

Als vrouwen zich organiseren in moeilijke tijden, zoals de Begijnen aan het einde van de Middeleeuwen (1400-1500), dan krijgen ze te maken met heftige maatschappelijke onderdrukking, niet alleen door mannen, maar ook door vrouwen. Hetzelfde gold voor de vrouwen die dachten zich te bevrijden tijdens de Franse Revolutie: Vrouwenkloosters liepen leeg en eisten gelijkheid. De Terreur onderdrukte hen. De moeizame strijd van vrouwen aan het eind van de negentiende eeuw om kiesrecht te verkrijgen en te mogen studeren, is meer bekend. Iedereen beweert nu "trots" te zijn op de bevrijde vrouw in het Westen. 

Maar o wee! Als het er echt op aan komt, dan blijft er weinig over van de zogenaamd bevrijde vrouw alhier. 

Zodra een vrouwelijk persoon haar mond durft open te doen over zaken die het masculinaat niet bevallen, dan krijgt ze er aan alle kanten van langs. 

En het gekste is, dat dat tegenwoordig pleegt te gebeuren vanuit een "trotse" mannelijke toe-eigening van de "bevrijde vrouw" als trofee van "onze" liefst "joods-christelijke cultuur".

"Hou je bek, linkse stinkende gleuf" - WIJ weten wel wat goed en slecht voor jullie is!

In de Joodse traditie, noch in de christelijke Paulinische, is er ook maar enigszins sprake van vrouwelijke gelijkwaardigheid. Perspectieven op gelijkwaardige geslachten komen vanuit het rationalisme, het Spinozisme, de liberale- en de socialistische ideologieën. Dergelijke ideeën verdwijnen subiet achter de horizon zodra het gaat om de macht in de staat, de gemeenschap en de economie. 

We schijnen nu te leven in een nieuwe overgangstijd, die van het derde millenium, met de gierende angsten die het patriarchaat in paniek brengen. 

Feministische initiatieven worden op alle manieren verdacht en belachelijk gemaakt. 

Die destructieve aanval komt uit drie verschillende hoeken: 

1. Conservatieven die vrouwenemancipatie nooit hebben zien zitten.

2. Liberalen, die de vrouwen graag wilden helpen, maar die niet gediend zijn van haar eigen inbreng.

3. Teleurgestelde progressieven die bang zijn voor de baarmoeder-tsunami. 

Het is hoog tijd dat we proberen wat orde brengen in deze kakofonie van onderbuikinstincten. Daarom gaan we straks wat dieper in op de heksenvervolgingen in Europa rond 1500. Maar we komen zeker uit bij de agressieve misogynie in Nederland aan het begin van de 21ste eeuw. Dat Roos, Baudet, etq zich maar even gedeisd houden. Dank U.

samedi
oct.062007

Gabriel van den Brink: Prachtwijken?! 4.10.07 [NL]

 E-Urban heeft Gabriel van den Brink hoog zitten. In de NRC van 3 october publiceerde deze wetenschapper, die veldonderzoek (Rotterdam!) niet schuwt, een artikel, waarin enkele conclusies worden getrokken uit het boek Prachtwijken?! dat onlangs onder zijn leiding tot stand kwam.

444887-1072328-thumbnail.jpg

< (De geselecteerde "Prachtwijken". Klik op kaart voor groter beeld.)

Het boek zal hier binnenkort worden besproken. Hieronder de integrale tekst van het NRC opinie-atikel, afgewisseld met commentaren van ons. ...

Click to read more ...

vendredi
juin012007

Respect! Onderzoek naar sociale cohesie 1.6.07 [NL]

minister-vogelaar%20web%207601.jpg<] Minister Ella Vogelaar van Integratie en Stedenbeleid (o.a.). Een grote verandering vergeleken bij haar voorgangster, wat integratiebeleid betreft. De combinatie met (grote-) stedenbeleid kan een heel vruchtbare worden. De vroegere FNV-vakbondsbestuurster opereert vanuit het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeleid. Ook dat kan bijdragen tot een productievere aanpak van de problemen: Niet vanuit de "regels", maar vanuit de stadswijken in hun geheel... (foto beeldbank ministerie van VROM).

---------------- 

Eindelijk!

Er is een boek verschenen, dat signaleert, dat integratie van bevolkingsgroepen van verschillende herkomst ècht een tweezijdig proces is. "Het moet van twee kanten komen", luidt de volkswijsheid over 'liefde'. Evenblij's studie toont aan, dat de "autochtone" integratie-partij niet thuis geeft als het om inspanning of zelfs maar respect gaat. Dat is uit en te na aangetoond in een hele rij wetenschappelijke studies, maar daar is nooit wat mee gedaan. Als je integratie wilt, moet je eigenlijk eerst gaan opvoeden, leren, trainen in de autochtone stadswijken.

Haat, afwijzing, afsluiting - die hoeven maar van één kant te komen, om de boel in het honderd te laten lopen. Maar als die dingen de vrije loop worden gelaten, of zelfs aangemoedigd, zoals in de laatste jaren is gedaan door Bolkestein, Fortuyn, Wilders, Verdonk en de Rotterdamse LPF, dan roepen ze even nare tegenreacties op van de uitgesloten groepen....

Click to read more ...

jeudi
mai242007

Urban practitioners willen Europees worden ondersteund 23.5.07 [NL]

P5220019.JPG

Ilda Curti, QeC-ERAN president, 22.5.07, Brussels 

Op 22 mei nam ik deel aan een Europese workshop in Brussel. Deze was georganiseerd door QeC-ERAN (Quartiers-en-Crise/European Regeneration Areas Network), een onafhankelijke Europese instelling die ik indertijd nog mee heb helpen oprichten. Na 1993 zocht QeC een beetje tevergeefs naar zijn eigen rol tussen grootheden als EuroCities en het Comitee van de Regios. Maar nu de programma's 'Urban I' en 'Urban II' plaats hebben moeten maken voor een veel ingewikkelder structuur van de Europese fondsen voor de planpêriode 2007-2013, bewijst het concept van een onafhankelijke belangenorganisatie voor geïntegreerde wijkenregeneratie, opnieuw zijn waarde. In 'huibslog', de voortzetting van 'huibs urblog' bij e-urban, gaf ik gisteren een meer persoonlijke impressie (in het Engels).

Doel van de workshop werd duidelijk uit de inleiding van Haroon Saad, QeC-ERAN directeur. Uit een enquête onder 159 urban practitioners, blijkt, dat hun behoeften aan ondersteuning vrijwel geheel samenvallen met de prioriteiten die door de Ministersconferentie in Bristol (2005) vastgestelde prioriteiten voor Europees stedelijk beleid.

Onze positie 

Wie zijn die 'urban practitioners'? De meesten zijn hoog opgeleid in om het even welke universitaire richting. Ze zijn in meerderheid boven de 40, dus putten hun inspiratie deels uit de 'revolutie' van de jaren-zestig en -zeventig. En 58% van hen is vrouw. Niet verrassend voor de insider. Maar waarschijnlijk wel voor de marktonderzoeker, consultant of 'veranderingsmanager', die maar al te vaak het veld worden ingestuurd.

Het gaat om wethouders van grote en kleinere steden, om projectleiders van "geïntegreerde" (her-)ontwikkelingsprojecten in probleemwijken en hun staf. Misschien hebben ook wetenschappelijke evaluatoren van dergelijke projecten meegedaan. Als het niet zo is, zou het nog moeten.

Door de nieuwe Europese regelgeving, is het nog een stukje moeilijker geworden, om voor een wijkontwikkelingsproject op middellange termijn de nodige ondersteuning te krijgen met geld, dat zou kunnen worden gebruikt, om (nieuwe) partners mee te laten investeren in het avontuur. Wij, stedelijke projectleiders, zijn wel wat gewend als het gaat om projectfinanciering en -ondersrteuning te verkrijgen vanuit hopeloos verinstitutionaliseerde budgetten. Het leven gaat door. Maar het uitganspunt blijft: We bevinden ons steeds weer tussen twee uitersten:

1. Onderhouden en vasthouden van een moeilijk voorzienbaar proces binnen de gemeenschap(pen) naar emancipatie, deelname aan de lokale economie, arbeidstoeleiding, verhogen en finetunen van de kwaliteit van het onderwijs en de beroepsvorming, het wonen en de woonomgeving en, het moeilijkst te verantwoorden, culturele dynamiek, mensen helpen, om zich te realiseren, eigenwaarde te ontwikkelen.

2. Maar ook: Het vertalen van al die aktiviteiten en keuzes naar de oorspronkelijke doelstellingen van de politiek. Die laatste zijn vaak inderhaast vastgesteld naar aanleiding van incidenten: er zijn rellen en agressie geweest, dus het doel is "veiligheid". Waar de politie (begrijpelijkerwijs) niet bewerktuigd is, om de situatie aan te pakken, wordt een beroep gedaan op ons. ga maar eens meten,wat het effect is van een intercultureel zangkoor-project op de veiligheid in de wijk. Of dat van de reconstructie van portieken. Of dat van speelterreinen voor de scholieren in de st raat. We wéten allemaal, dat dat goed is, maar de verabntwoording daarvan vergt meer dan 60% van de werktijd van het team.

Wetenschappelijke evaluatie helpt meestal weinig. De universiteit is, net zoals de administratie, verkokerd. Een econoom kan niet uit de weg met het zangkoor. De socioloog zet vraagtekens bij de portieken. De bestuurskundige herkent zich niet in de benchmarks for local governance performance.

Iedereen heft zo zijn eigen invalshoek. Maar die van ons komt niet in het register voor. Daarom niet getreurd, we 'vertalen' de praktijk naar de sectorale criteria. Dat zou allemaal goed werken, als we voor 100% een eigen, intersectoriaal besteedbaar budget zouden hebben. In Engeland is men daarmee ver gevorderd. Lokale projectteams functionneren daar als kleine ondernemers, die op benchmlarks worden afgerekend. Dat veroorzaakt weer zijn eigen problemen, maar daar gaat het hier niet over. In Nederland en Vlaanderen is dat anders. We hebben te maken met overheidsdiensten, instituties, particuliere ondernemingen, die, ondanks intentieverklaringen, in de praktijk meestal afhaken, omdat hun prioriteiten zijn veranderd. Daaraan helpt geen redenering, geen beroep op 'partnerships' (tegenwoordig meestal omschreven als 'stakeholders'), noch op gezamenlijk onderschreven projectdoelen.

Conflict Solution versus Conflict Management 

Dàt is wat de respondenten van de enquête naar mijn indruk bedoelden, toen ze in meerderheid "conflict solution" aangaven als één van de hoogste prioriteiten. Hoe ga je daarmee om? Claude Jacquier, in zijn conclusies over de studietrajecten van het Regenera-netwerk, gepresenteerd in Lyon, eind februari, pleitte voor het opnemen van het institutionele landschap in het project design en voor het meten van de institutionele participatie in de werking van het project. Dat blijkt van grote actuele waarde. Je kunt er niet omheen: Het gaat hier om powerplay. Van de lokale projectmanagers mag niet worden verwacht dat ze die 'governance-' problemen oplossen. Zeker, ze kunnen aan oplossingen bijdragen. Maar dat is alleen maar een bijwerking van hun project. De 'oplossing' van dergelijke conflicten is de zaak van de stedelijke politieke leiding en hun adviseurs. Het gaat dus niet om 'conflict solution', maar om 'conflict management' in ons geval. Conflicterende-, zich excuserende en zich uit de weg makende organisaties, diensten en andere partners, worden door ons tot de orde geroepen via bewonersinitiatieven en/of via geld. Dat is een opraktische oplossing, die het conflict niet oplost, maar het project ten goede komt. het is wonderbaarlijk, hoe een klein beetje extra geld, bij voorbeeld vanuit een Europees potje, instituties plotseling kan verleiden tot herziening van hun prioriteiten!

Daarom interpreteer ik de vraag van de respondenten als een vraag om ondersteuning bij conflicten van die aard. En, moeilijker kwestie, hoe kan Europa bijdragen tot een betere behandeling van dergelijke problemen?

An European funding for the (continued) formation of urban practitioners? 

Corinne Hermant-de Callaraÿ, die het DG-Regio vertegenwoordigde op de workshop, had alleen maar een kleine subsidie voor lokale evaluatie-teams te bieden. Iets meer dan dat moet mogelijk zijn in de miljarden euros die haar DG gaat besteden. Om de centrale uitvoerders van de vernieuwende aanpak van moeilijke stadswijken te ondersteunen, moeten toch een paar miljoen van die miljarden af te zoderen zijn?